Feit of fictie? Voorkomen van nare confrontaties door betere rapportages

Feitelijk signalen beschrijven het lijkt zo makkelijk. Over de waarneming valt niet te twisten immers. Die is van jou. En eerlijk is eerlijk het lijkt eenvoudig. 

Gewoon opschrijven wat je ziet, niks meer, niks minder. 

Helaas blijkt het in de praktijk toch heel vaak mis te gaan. Waardoor dat komt?

Schijn bedriegt, interpretaties zijn menselijk en het is veel lastiger dan het lijkt.

Hoe dit werkt en hoe je dat beter kunt doen? Daar neem ik je in deze blog in mee. 

titel foto met porseleinen brein in vakjes

Feitelijker rapporteren voorkomt veel schade

Naast dat veel rapportages doorspekt kunnen staan met algemeenheden, aannames en interpretaties, zijn ook veel gesprekken die er met betrokkenen van huiselijk geweld of kindermishandeling over deze zorgen worden gevoerd erg gekleurd. De invloed van een (voor)oordeel is soms voelbaar voor een van de betrokken cliënten. (Zie ook mijn vorige blog over de invloed van gender.) Niets menselijks is hulpverleners vreemd. Maar het is voor goede afstemming, ‘het op één lijn komen’, nodig dat je heel goed en zuiver het onderscheid kunt maken tussen wat het waargenomen feit is en wat mogelijke verklaringen voor dit feit zijn. Waarbij het heel goed mogelijk is dat de verklaring die jij bedenkt toch heel anders kan komen te liggen.   

Het voeren van een gesprek over het feitelijke gedrag wat is waargenomen of de feitelijke signalen zorgen ervoor dat het gesprek er over echt gevoerd kan worden. En dat je van daaruit het gesprek aangaat en niet vanuit een mogelijk oordeel wat je daarbij voelt. 

Een ouder voelt het als je het idee hebt dat deze de boel aan het belazeren is om de eigen zin te krijgen. Of wanneer je hem of haar niet geloofd. Het maakt hen nog geen slechte ouder, hooguit een ouder met gedrag wat niet ok is. 

Hoe komt het dat het zo ingewikkeld is om feitelijk te rapporteren

Het is al wat jaren geleden, maar tijdens mijn opleiding was er een module: rapportage en dossiervorming. Ik weet nog hoe lastig ik het toen vond. Als maatschappelijk werker ben je doorgaans heel goed in het benoemen van emoties en gevoelens, maar concreet gedrag waardoor je deze gevoelens ‘leest’ en ‘invult’ blijkt dan toch ineens heel lastig te zijn. Je eigen emoties staan dan soms flink in de weg. 

 

Bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling komen er juist veel eigen emoties kijken, sterke emoties. Walging, afkeuring, boosheid, verdriet, ongeloof. Dit zorgt ervoor dat het rationele brein minder actief is. Daardoor wordt je waarneming minder accuraat. 

Bij het beschrijven van de contacten zie je dat ook vaak terug in de dossiers. Liefdevolle ouders, afstandelijkheid, kordaatheid, strengheid, agressie. Beschrijvingen die door de algemeenheid weinig zeggen. Want wat het precies betekent daarover vormt ieder zich een eigen beeld. 

Door op deze manier te beschrijven kom je in gesprekken met het gezin lastiger tot de kern en kom je eerder in een strijd terecht over wat ‘waar’ is en wat niet. Als je op een andere manier, meer feitelijk en concreet, gaat beschrijven dan krijg je ook in gesprekken meer aanknopingspunten om tot verandering te kunnen komen of tot het bijstellen van je eigen visie op de situatie. 

 

Hoe kom je van algemeenheid naar concreetheid

Wat ik vaak terughoor is dat professionals denken dat zij geen interpretatie mogen hebben over een situatie. Zij denken dat zij dit moeten onderdrukken. Ik denk daar anders over. Door het namelijk te onderdrukken bij je waarneming, poets je je eigen onderbuikgevoel weg. En juist die onderbuik vertelt jou als professional heel veel over de situatie. Het onderdrukken is een reflex wat het bespreekbaar maken in de weg staat. Je gaat conformeren, isoleren of tracht te beheersen (Bouwkamp & de Vries 2001). Je maakt het niet bespreekbaar. 

En als dat gebeurt, dan ontneem je de ander om de eigen visie en ervaringen over de situatie met je te delen. 

Hoe dan wel? 

Wat helpt is dat je uit kunt leggen waar de interpretaties vandaan komen. Aan jezelf. Wat het concrete gedrag is wat ervoor zorgt dat jij je zorgen maakt. 

Poets dus jouw interpretatie niet weg, maar licht toe waar het vandaan komt om het concreet te maken. En leg in je rapportages het concrete waargenomen feit en gedrag vast. 

Dus niet: agressieve moeder, maar: Moeder schreeuwde tegen het kind dat het op moest schieten omdat het anders wel wist wat er zou gaan gebeuren. 

Dus niet: Liefdevolle ouders, maar: Vader en moeder knuffelden het kind toen het moest huilen en troostten het kind door te zeggen dat zij er voor het kind zijn. 

Kortom: Neem je eigen interpretatie als uitgangspunt als je signalen waarneemt. Je eigen interpretatie is daarbij een alarmsysteem en daagt je uit om vervolgens het feit en gedrag te beschrijven: Wat, waar, wanneer, wie, hoe en hoe vaak. 

Daarna kan je in gesprek over de concrete zorgen. 

Dit maakt je wellicht kwetsbaar en er is dus moed voor nodig. Maar het draagt bij aan een betrokken hulpverlenende houding. 

Het lijkt simpeler dan het is

Als je het zo leest dan denk je vast dat het zo moeilijk toch niet kan zijn. En het kan ook heel goed dat je dit in de dagelijkse gang van zaken zo doet. Maar ik weet ook dat tijdsdruk en emoties ervoor kunnen zorgen dat dit geen dagelijkse praktijk is. Neem even de tijd je eigen dossiers na te lopen en te kijken of je dit zo al doet en waar jouw valkuilen liggen. Op die manier ontdek je waar jouw leerpunten liggen en kan je verder bijdragen aan zorgvuldige dossiervorming waar zowel jij als de mensen waarmee je werkt bij gebaat zijn! 

 

Trainingen om vaardiger te worden

Hoe je vaardig kunt worden in het onderscheid maken in feiten en interpretaties op een constructieve manier komt aan bod in de training over de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en de training voor aandachtsfunctionarissen. Meer informatie over de trainingen vind je hier: Trainingen voor professionals

Facebook
Twitter
LinkedIn

Hoe voorkom je dat een gesprek over signalen op niks uitloopt?

In het webinar Het gewenste effect leer je welke 5 onmisbare elementen in een gesprek bijdragen aan het bereiken van jouw doel.

  • Hoe zorg je ervoor dat jouw boodschap aankomt?
  • Wat kan je doen om ervoor te zorgen dat je cliënt meer open komt te staan voor het zoeken naar mogelijkheden?
  • Hoe betrek je de cliënt bij het zoeken naar oplossingen als hij anders denkt over jouw zorgen?

Je leert in het webinar 5 handvatten kennen die jouw gesprek een stevige basis geven waardoor je met meer vertrouwen een ingewikkeld gesprek kan voeren. Dus wil je lastige situaties de baas worden? Doe dan mee aan het eerstvolgende webinar.

De eerstvolgende datum is: 

Donderdag 15 april 10.00 uur

Kosten voor het webinar zijn: 25,- inclusief BTW

Lees hieronder waarom anderen vinden dat het webinar een aanrader is