Superleuk vond ik het, toen Kirsten mij vroeg om een gastblog te schrijven voor de Maand van de meldcode. Totdat ik ging beginnen. Want toen wist ik het ineens niet meer. Ik bleef steken in feiten en rijtjes over waar je huiselijk geweld aan herkent. Waar die blokkade vandaan kwam, werd me snel duidelijk: ik wilde het vooral goed doen.

Ellen Vermeulen, foto Judith Keessen

Jullie, de lezers, zijn professionals. Dan ligt de lat dus hoog, was mijn gedachte. Want wat kan ík nog toevoegen aan alles wat jullie al weten? Toen ik me bewust werd van die overtuiging, voelde ik al meer rust. Ik hoefde mezelf niet te vergelijken met anderen en te voldoen aan een verwachting (die waarschijnlijk alleen maar vanuit mezelf kwam). Ik hoef alleen maar mezelf te zijn en te schrijven vanuit mijn hart: ‘wat had ik toen prettig gevonden in het contact met een hulpverlener?’

Dit is geen blog met feiten en theoretische modellen. Maar gewoon van mens tot mens.

En laat dat nou net de kern zijn van wat ik jou wil meegeven: contact van mens tot mens. Van hart tot hart. Niet van professional tot cliënt. Het klinkt logisch en simpel want je werkt toch al vanuit empathie voor de ander? Anders was je geen hulpverlener geworden. Het meeleven en willen helpen zit al in je.

En toch… is het onbewust niet zo dat je naar ‘een case’ toe gaat? Zeker als je dit werk al langer doet. Je hebt het vaker meegemaakt je vindt het niet meer zo spannend. Je weet inmiddels wel wat je wel of niet moet zeggen.

Of je begint net als hulpverlener en je weet eigenlijk niet hoe je moet beginnen over huiselijk geweld. Stel dat je iets verkeerd zegt. Dan ga je vanuit je kennis en je hoofd je werk doen. Heel goed en noodzakelijk om die kennis te hebben natuurlijk, maar laat de basis je hart zijn.

Heel eerlijk: ik kan me goed voorstellen dat mensen mij toentertijd geen kwartje waard zouden vinden. Dat vond ik tenslotte zelf ook. Alle leven was uit mij. Emotioneel dood. Fysiek vermagerd en uitgeput. Mentaal afgebroken. Toch was mijn ziel niet weg. Het was nog een heel piepklein vlammetje vanbinnen wat verlangde naar geluk en naar vrijheid. Het verlangen was bijna niet te herkennen doordat het zo diep achter die muur van angst verstopt zat. 

Letterlijke angst om geslagen en vernederd te worden. Ook angst om veroordeeld te worden door anderen en bekeken te worden als zielig, als onbekwaam, of als asociaal.

En dan komt er een hulpverlener. Iemand die in de ogen van een gezin met diverse problemen, alles voor elkaar heeft. Iemand die alles op een rijtje heeft en vooral iemand die de macht heeft om de kinderen af te pakken.

Er zijn al zoveel problemen om je druk over te maken en dan komt er ook nog iemand van het wijkteam ‘controleren’ of het echt allemaal wel goed gaat. Jij gaat daar natuurlijk helemaal niet met die intentie of gedachte naar toe, maar voor een gezin voelt het wel zo.

Daar sta je dan met je lijstje met lijstje met signalen en risicofactoren die je met je cliënt mag gaan bespreken. Voel je de onzichtbare muur die er al is voordat je überhaupt in gesprek bent?

Natuurlijk doet zo’n gezin er alles aan om die problemen te verbergen. Totdat je het vertrouwen hebt. Dan laten ze de muur langzaam zakken en kun je dichterbij hun kwetsbaarheid (problemen) komen. En dat is niet makkelijk. Je zult daarin geduld moeten hebben. Het werken vanuit je hart, zal je zeker helpen. Als je dat doet, heb je interesse voor de mens achter de problemen waar je voor komt.

Vind dat kleine vlammetje, dat stukje hoop en vertrouwen wat ergens verstopt is. Laat merken dat je in ze gelooft en ze het te boven kunnen komen. Vraag dus ook naar andere dingen die ze bezighouden buiten de problemen. Daar groeit het vlammetje van. En vertel soms iets over jezelf. Laat zien dat jij ook een mens bent achter de professional. Geef niet te snel op. Wees geduldig.

Vanuit je hart contact maken betekent niet dat je iemand alleen maar zacht en voorzichtig benaderd. Het betekent: voel wat de ander nodig heeft. Geef niet alleen wat de ander prettig vindt maar wat nodig is. Dat is een verschil.

Als je vanuit je hart contact maakt, mag je ook confronterend zijn. Ook dat is soms nodig om die muur te breken. Niet fijn om te doen, maar wel in het belang van je cliënt.

Als ik in een lezing vertel wat sommige mensen tegen mij zeiden, dan reageren hulpverleners heel verbaasd: ‘dat zeg je toch niet?’ Totdat ik vertel dat dat nou net hetgene was wat ik nodig had. De opmerking waardoor ik weer ben gaan denken. De opmerking waardoor ik uiteindelijk de kracht vond om het anders te gaan doen.

…Wanneer je vanuit je hart contact maakt, kun je eigenlijk niets fout doen

Liefs, Ellen

Wanneer je meer tips wilt om echt contact te maken met je cliënt, boek dan een workshop. Kirsten en ik hebben een gave workshop ontwikkeld en passen die zo nodig aan jouw behoefte aan.

0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.