Ongeveer een week geleden werd ik geconfronteerd met de nieuwste kindertrend op het schoolplein van mijn dochter. Met kleine kindervingers werden felgekleurde touwtjes (Ztringz) behendig gevormd tot verschillende figuren. Parachute, kop en schotel, brug. Misschien doet dit al gelijk een belletje bij je rinkelen. Voor mij was het in ieder geval een feest der herkenning, want, zoals het voor onze ouders vroeger ook al was. Veel van die rages waren er in onze jeugd ook.

nieuwste kindertrend: met een touwtje een figuur maken. Hier een parachute

Welke inzichten kan je hieruit halen, vroeg ik mezelf af?

Onze verbeelding vormt het beeld in onze gedachten

Gefascineerd ben ik door hoe de enorme simpelheid van het knopen van een touwtje leidt tot figuren die voor iedereen herkenbaar zijn. Veel meer dan dat is het immers niet. Ooit hebben we bedacht dat dit een kop en schotel of een parachute moeten voorstellen. Maar dat komt alleen doordat we daar zelf deze betekenis aan hebben gegeven. Onze eigen verbeeldende invulling maakt dat we dit figuur er daadwerkelijk in zien.

Ook in ons werk doet dit mechanisme zijn werking. Bij signalen van huiselijk geweld vult onze verbeelding in wat er gebeurt. Iedereen heeft er een beeld bij op het moment dat je zegt dat er sprake is van huiselijk geweld. Het verschil is echter wel dat het beeld van de parachute voor iedereen hetzelfde is, bij huiselijk geweld vorm je een eigen beeld. Dit is gevormd door je eigen ervaringen, opvoeding en kennis.

Een rage kan groot worden omdat je bij de groep kunt horen

Alle kinderen drommen samen op het schoolplein om te zien welke figuren er gemaakt kunnen worden door hun klasgenootje. Ze zijn nieuwsgierig en worden enthousiast omdat het er tof uitziet. Maar het ziet er ook uit als iets wat zij zelf zouden kunnen. Het is voor hun haalbaar om mee te kunnen doen. En meedoen, zorgt ervoor dat je bij de groep hoort. Dat is een basale behoefte van ieder mens, meedoen, ertoe doen, gewaardeerd worden.

Zolang we niet erkennen dat huiselijk geweld ook binnen gezinnen plaats kan vinden, het een taboe blijft, zullen mensen die ermee te maken hebben dit niet laten merken. Want daarmee doen zij niet mee met het blije en positieve beeld wat hoog wordt gehouden door zovelen van ons. Het zorgt ervoor dat mensen en kinderen het idee hebben dat zij er niet echt bij horen, en niet echt mee kunnen doen, het verborgen houden.

Het gevoel wat de omstanders erbij krijgen faciliteert de rage

Als ouders dit zien, wordt er over gesproken. Het op deze manier bezig zien van je kinderen met elkaar, met iets bijzonders wat ze kunnen, brengt niet alleen het gevoel van trots in het hier-en-nu met zich mee. Het roept ook gevoelens op vanuit de eigen kindertijd. En ja, ook toen ik de kinderen daarmee bezig zag riep dat een gevoel van weemoed, een positief gevoel op. Dat maakt dat je als ouder (omstander) bereidt bent om je kind te faciliteren er aan mee te doen.

Als professionele ‘omstanders’ kunnen wij ook iets doen om ervoor te zorgen dat mensen die in een huiselijk geweld situatie zitten te laten merken dat zij er toe doen, dat ook zij mee horen te kunnen doen. Maar daarvoor is het wel nodig dat huiselijk geweld erkend wordt als een van de problemen waarmee een cliënt kan zitten. Want, huiselijk geweld, roept vaker een negatief gevoel op. Wat maakt dat je er van nature eerder van af zou willen keren dan het aan zou willen gaan.

Wat als je dit nou eens om zou kunnen buigen naar het leveren van een positieve bijdrage in het leven van jouw client. Door hen echt op te vangen, te stoppen met het wijzen op de eigen verantwoordelijkheid, maar te starten met luisteren en zien. Namelijk: ‘ook als je in een huiselijk geweld situatie zit hoor je erbij en kan je meedoen. En wij gaan je steunen om ervoor te zorgen dat het geweld gaat stoppen.’   (lees bijvoorbeeld eens: Uit elkaar gaan is dé oplossing bij huiselijk geweld)

Door het als professional echt aan te gaan laat je merken dat er ruimte is voor een start van een geweldloos leven.

Dat is iets waar ik en velen met mij zich al langere tijd voor inzetten. Maar het blijft hardnekkig, het is ook een enorm complex probleem in onze samenleving. Toch zou ik het heel mooi vinden als ik volgend jaar kan zeggen dat er een nieuwe rage zich heeft ontketent. Dat hulpverleners in staat zijn geweld bespreekbaar te maken en klaarstaan voor mensen die de moed hebben opgevat om te gaan spreken over datgene wat zich bij hun achter de voordeur afspeelt.

Laten we binnen de hulpverlening dan de trendsetters zijn voor de hele samenleving en een rage neerzetten die ook generatie op generatie overgedragen wordt en echt een bijdrage levert aan het stoppen van huiselijk geweld.

 

 

Donderdag 19 juli 11.00 uur: Webinar over de wijzigingen in de wet Meldcode.

Afwegingskaders en de Meldcode, huh wat?

Je kunt als aandachtsfunctionaris of beleidsmedewerker door de bomen het bos misschien niet meer zien. Vanaf 2019 moeten de medewerkers echter wel gaan werken volgens de bijgestelde wet Meldcode.

Wat houden deze wijzigingen in? Wat heeft dit voor effect op de aanpak van huiselijk geweld? Wat betekent dit voor jouw organisatie? In het webinar neem ik je in 1 uur mee in de belangrijkste headlines.

Na het webinar:

1. Weet je wat nu die afwegingskaders eigenlijk inhouden
2. Wat dit voor jou als beleidsmedewerker of aandachtsfunctionaris huiselijk geweld of kindermishandeling betekent.
3. En kun je dit glashelder uitleggen aan je collega’s of leidinggevende.

 

Wil je meedoen? Meldt je dan nu gratis en vrijblijvend aan:

Ja, ik doe mee  
Doe jij mee? Help jij mee huiselijk geweld te stoppen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.